Proustpauze!

“Waarom ben je in godsnaam ooit begonnen met Marcel Proust?“ vragen mensen mij vaak. Nou het zit zo:

er was een tijd lang geleden dat ik lange lome middagen lag te luieren op de bank in mijn vrijgezellenwoning. Ik verdeed mijn tijd vooral met het kijken naar hoe de lamellen het binnenvallende zonlicht weerkaatste in mijn kamer. Tijdens zo’n lanterfantsessie realiseerde ik me dat een paar jongensdromen, zoals diplomaat worden of cabaretier, wegens een gebrek aan aanleg of doorzettingsvermogen al waren uiteengespat. Ik besloot toen dat als ik zelf niets deed, ik in elk geval kon lezen wat de grootste schrijvers en denkers van de wereld ooit hadden bedacht en geschreven.

Ik begon de top 100 van wereldklassiekers te lezen. Ik verslond “Oorlog en Vrede”, genoot van “Don Quichotte”, beklauterde met veel moeite “de Toverberg” tot ik stuitte op “Op zoek naar de verloren Tijd”, van Marcel Proust.

Mijn tactiek was, ook bij deze moeilijke boeken, om ze woord voor woord te veroveren. Ik was hierbij geïnspireerd door Obama die toen de hele tijd zei: “we will change America step by step.” Maar met Proust lukte dat niet. Ik denk dat het aan een paar zaken ligt: ten eerste is het boek  afschrikwekkend lang!  Het Franse origineel telt 4200 pagina’s! (zie cartoon),     

Ten tweede schrijft Proust ook nog eens in ellenlange filosofische zinnen die je vaak wel drie of vier keer opnieuw moet lezen. En tot slot lijkt het hele boek ogenschijnlijk nergens over te gaan! Why bother? 

Stap voor stap worstelde ik mij door deel 1 totdat een van de hoofdpersonen zo werd vernederd en misbruikt door zijn minnares dat er een diepe walging door me heen trok. Geef me martelingen, moorden of andere wreedheden en ik lees het zonder met mijn ogen te knipperen, maar nu leed ik (zelf ook eeuwig vrijgezel toen) zo mee met de arme Charles Swann mee dat ik amper nog kon doorlezen.

En dit laatste is meteen ook het antwoord op wat het boek zo goed maakt: Proust schrijft zo zintuigelijk dat je echt meevoelt met de karakters. Daarnaast zijn zijn beschrijvingen van ongeveer alles wat je in het leven zomaar tegenkomt, vaak zo mooi en diep dat je ze stuk voor stuk op een tegeltje wil zetten.  

 Toen ik het eerste deel eenmaal uit had, zette ik het opgelucht in de kast. Even Proustpauze! Na een paar jaar begon ik met deel 2. Hierin maakt de hoofdpersoon Marcel ook zo’n tergend tragische liefde mee, dat ik (nog steeds vrijgezel) het boek woest in een hoek gooide. Proustpauze! Een paar jaar later las ik dat een bekende literaire criticus bijna dood ging en het betreurde dat hij Proust nooit had uitgelezen. Ik moest weer aan de slag. Gelukkig was ik nu bewapend met een vrouw en twee dochtertjes. Ook de Coronatijd hielp.

Woord voor woord worstelende ik in me in deel 2 t/m 6, door verwoeste liefdes, door ongekende jaloezie, mislukte relaties, het wel en wee van de Franse elite, door een onvergetelijke sterfbedscene, suggestieve seksscenes (ja dat is ook Proust) en hoe verder ik kom, hoe meer puzzelstukjes van het boek op zijn plaatst vallen en nu lieve lezers, na een jaar onafgebroken Lockdown lezen, ben ik in deel 7 op pagina 3913. Bijna uit!

Een vriend van me vroeg laatst: wat ga je na Proust lezen? “Niets zei ik, ik denk dat ik dan maar eens op de bank ga liggen en ga kijken hoe de zon door de lamellen binnenvalt, genietend van een eeuwige Proustpauze.   

Leave a comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *