Is het leven een zeven?

“Een zeven is een heel mooi cijfer hoor jongens,“ zei de leraar geschiedenis, meneer Toet, terwijl hij de klas inkeek naar de betraande gezichtjes. “Het is gewoon een ruime voldoende!” Ik zat net in de eerste klas van het gymnasium en we hadden ons eerste proefwerk teruggekregen. Een paar kinderen moesten huilen, omdat ze een zeven hadden gekregen. Zo laag! Dat hadden ze hun hele basisschooltijd nog nooit meegemaakt.

Ik moest er aan denken toen ik het boek “Is het leven is een zeven?” las. Het is geschreven door vader en zoon Paul & Derek de Beurs. De eerste is een psychiater. Het viel zijn zoon Derek op dat hij veel cliënten goed hielp met mooie oneliners zoals “Vat niets persoonlijks op,” “Je bent Johan Cruijff niet!” en dus de titel van het boek. Derek is onderzoeker en wilde deze uitspraken weleens wetenschappelijk toetsen. Om te beginnen dus: het leven is een zeven.

Een groot probleem in onze maatschappij is volgens Paul de Beurs dat veel mensen streven naar een tien voor het leven. Zij geloven dat alles haalbaar en maakbaar is, als je maar hard genoeg werkt en ze raken teleurgesteld als het toch niet lukt. Dit heeft volgens de Beurs veel te maken met onze verwachtingen van onze tijd op aarde. Vaak zijn die niet realistisch. Dat klopt denk ik bij mezelf: ik streefde in het leven achtereenvolgens naar Wimbledon winnen, president van Europa worden, en de oudjaarsconference doen.  Vader en zoon de Beurs beschrijven in hun boek dat te hoge ambities vaak een enkeltje teleurstelling betekenen. Het is dan zaak en de kunst om je doelen realistisch bij te stellen.

Mensen kunnen mokken omdat ze de tien niet halen, maar er zijn ook veel mensen die veel lager scoren dan de zeven. In onze basistrainingen ben ik altijd onder de indruk van de verhalen van onze ervaringsdeskundige co-trainers. Voor deze column vroeg ik mijn collega Ana wat zij voor cijfer voor haar leven zou hebben gegeven toen ze vroeger zo in de put zat. “Toen op het allerergste moment, zou ik een twee hebben gegeven voor mijn leven,” antwoordde ze. “En in mijn hele leven heb ik heel lang laag gescoord door een lastige jeugd, maar nu gaat het goed met me en zou ik mijn huidige situatie wel een acht geven.”  Ze kan zich wel vinden in de slogan het leven is een zeven. Ik vraag haar, of ze, als zij haar positieve lijn zou doortrekken op haar tachtigste misschien ook wel gemiddeld een zeven zou scoren voor haar hele leven.  “Theoretisch zou dat kunnen,” lacht ze ingetogen.

En met die mooie levenshouding heeft ze kans van slagen. Vader en zoon de Beurs halen al gauw in het boek de oude Griekse filosofen en vroege Boeddhisten aan. Die wisten al vroeg dat een sleutel tot een geluk bescheiden verwachtingen zijn. Mijn leraar geschiedenis kende natuurlijk zijn klassieken én leerde zijn brugklassers al vroeg: een zeven is een prachtig cijfer.     

Leave a comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *