Opvoeden is ook kennismaken met bureaucratie. Hiervoor leek mij een snikhete zomerdag het best geschikt. Niet echt natuurlijk, maar door uitstellen tot na onze vakantie bleek dit moment plots de enige kans om het verlopen van mijn dochtertjes paspoorten te voorkomen.
Niet lachen
Door schade en schande wijs geworden, las ik de instructies van de gemeente Amsterdam vooraf goed door. Mijn vrouw vroeg: “heb je wel pasfoto’s?” Ik zei: “vink, ik gebruik hun schoolfoto’s van vorig jaar, daar lachen ze zo leuk op.” “Dat mag dus niet meer op een paspoort.” O, ja, het leven is natuurlijk geen lolletje.
De kinderen hadden verrassenderwijs, ondanks mijn enthousiaste verhalen over gemeentebalies en lange rijen, geen zin om met me mee te gaan. Na wat aandringen en doemscenario’s over hun naderende ongedocumenteerdheid, gingen ze zich ijverig insmeren met zonnebrand en hun haren borstelen voor de foto.
In een winkel vol genezende stenen nam de vriendelijke fotograaf een paar mooie foto’s. Een bril moest af en inderdaad geen gelach. Hij vertelde dat het nauw luisterde en dat het stadsdeel vaak moeilijk deed. Ik stelde wat vragen en het bleek dat deze zaak al meer dan 50 jaar in de familie was, dat het eigenlijk een cadeauwinkel was, maar dat foto’s maken steeds meer de corebusiness was. Weer buiten legde ik de dames uit dat als je een praatje maakt met mensen alles vaak soepeler loopt. We fietsten met het zweet op ons voorhoofd de hoge Bannebrug over naar het stadsdeelkantoor.
Met een praatje loopt het soepeler
We werden, ongekend, meteen geholpen! Het meisje was wat nors en daarom ontdooide ik haar succesvol met goed gemikte smalltalk; we kregen een glimlach! Terwijl naast ons een man steeds bozer werd op een beambte, zetten wij de handtekeningen. Het meisje liep naar achter waar een onzichtbare collega onze foto’s afkeurde! Iets met de belichting bij de één en een te wit voorhoofd bij de ander. “Nou dat praatje hielp helemaal niets,” fluisterde mijn negenjarige dochter.
“U was zeker bij fotograaf Geel? Wij raden altijd de meneer om de hoek aan,” zei de ambtenaar. “Maar dat vind ik zo’n eikel,” zei ik. “Tsja, bij hem gaat het wel altijd in een keer goed.” Ik keek naar mijn dochters: “gaan we voor aardig en mindere kwaliteit of minder aardig en betere kwaliteit.” Aardig vonden ze toen nog. We fietsten zuchtend de brug weer over naar Geel. “Waarom werd jij niet boos op die mevrouw papa?” Ik legde uit dat dat vaak geen zin heeft en dat ik voor soepele communicatie ben.
Zuchten
Fotograaf Geel begon ook te zuchtten: “Dit is een gevecht dat ik niet kan winnen.” Alles moest opnieuw. Hij vroeg of de meisjes de zonnebrand van hun voorhoofd wilden afvegen. “Deze zijn goed,” zei hij. We fietsten weer de steeds hogere brug over die als bijnaam, je gelooft het niet, de Brug der Zuchten blijkt te hebben! In het stadsdeelkantoor had het meisje op ons gewacht. Mijn jongste dochter zei: “Als u deze foto’s afkeurt dan….” Snel onderbrak ik mijn dochter: “je mag ambtenaren niet bedreigen.” “Dan ga ik gillen!” ging ze door. De ambtenaar zei: “dan doe ik met je mee. Maar deze zien er veel beter uit.”
Weer op de brug vroeg ik: “voor de hoeveelste keer fietsen we hier nou? “Vierde keer!” riepen mijn dochters. “En dat in twee uurtjes meiden, een warme kennismaking met bureaucratie.”